Risotto met rode bietjes en Gorgonzola

Voor 4-6 personen:
Verwijder wortels en slap blad van de lente-uitjes en snijd het wit en stevige groen apart van elkaar fijn; het groene deel zelfs extra fijn, en houd daarvan een hoeveelheid van 3 dessertlepels apart voor de mantecatura (smeuig of cremig maken). Ontdoe de bietjes van hun schil, snijd ze in stukjes, en pureer ze vervolgens in een roerzeef met fijne schijf, of in een blender.

Smoor in een ruime, lage pan het fijngesneden wit van de uitjes, bestrooid met een beetje zout, in de olijfolie op een laag vuur. Roer de rijst erdoor en rooster de korrels tot ze 'warm onder de duim' zijn. Blus af met de wijn en laat deze snel inkoken en absorberen door de rijst. Roer er vervolgens 3 grote soeplepels van de kokende bouillon door, en kook de risotto bijtgaar in 15-19 minuten.

Roer na 12 minuten de gepureerde bietjes lepelsgewijs door de risotto, onder toevoeging van telkens een kleine hoeveelheid van de hete bouillon, zodat alles zich goed met elkaar kan vermengen; zorg dat de risotto niet van de kook raakt.

Draai, zodra de risotto bijtgaar is en de gewenste consistentie heeft, het vuur uit onder de pan. Geef de risotto zijn mantecatura met de stukjes Gorgonzola en het apart gehouden fijne groen van de lente-uitjes. Breng de risotto definitief op smaak met zout, en laat het gerecht 1-2 minuten rusten in de gesloten pan. Serveer de risotto in voorverwarmde diepe borden.

Bron: 'Tutto risotto' van Florine Boucher 4e druk (2014)